Welke aandoeningen zijn niet op te sporen

body scan

Welke aandoeningen zijn niet op te sporen met een body scan, maar kunnen wel zichtbaar zijn op een röntgenfoto?

Elke aandoening die geen symptomen veroorzaakt en zichtbaar is via middelen zoals de buikholte, het bekkengebied, de leverstreek en het schouderblad. Sommige procedures kunnen alleen worden uitgevoerd bij patiënten die gezond zijn en die geen ziektegeschiedenis hebben.

Een verrassend aantal ziekten kan worden opgespoord en behandeld met een CT-hartscan. Hoewel sommige vormen van hartaandoeningen meestal te voorkomen zijn, zijn de kosten van de gezondheidszorg en de noodzaak van herhalingsonderzoek op wekelijkse basis reële problemen. Een studie gepubliceerd in het Journal of the American Medical Association toonde aan dat het mogelijk is het risico op een hartaanval aanzienlijk te verminderen door patiënten vanaf 20 jaar routinematig te screenen.

De andere grote broer van CT-scans is Magnetic Resonance Imaging of MRI. Hoewel met MRI geen ziekten kunnen worden opgespoord die niet met een body scan kunnen worden gezien, is het het belangrijkste diagnostische instrument dat op grote schaal wordt gebruikt op het gebied van de cardiologie. Deze MRI’s kunnen een angioplastie in de schedel, een cerebrale bypass, een spinale operatie, een neusoperatie en nog veel meer uitvoeren. Er is ook een gespecialiseerde vorm van MRI die bij angiografie wordt gebruikt, de zogenaamde angiografie-miniscan.

Om beter te begrijpen waarvoor beeldvormingstechnologie wordt gebruikt, is het heel eenvoudig om CT-scans te zien als de frontlinie van de medische verdediging. Net zoals de vijand onvoorbereide patiënten probeert aan te vallen, zal de arts de patiënt benaderen die zich verzet tegen, en in sommige gevallen onwillig is ten aanzien van, het porren en porren dat bij de meeste medische procedures vereist is.

Dit alles begint met een schriftelijke aanvraag van een patiënt voor een CT-hartscan. Het papierwerk doet veel van het werk en betrekt de patiënt in een vrij en geïnformeerd besluitvormingsproces. Nadat toestemming is gegeven, gaat de patiënt alleen naar binnen, vergezeld door een verpleegkundige. Eenmaal in de scanruimte wordt de patiënt individueel onderzocht. Pas na dit onderzoek kan de arts verder gaan. Dit onderzoek houdt geen aanvullende diagnostiek in. Het is zo eenvoudig als onderzocht worden. Zodra de patiënt toestemming heeft om verder te gaan, vertrekt de verpleegkundige. Het proces kan meerdere kamers in beslag nemen, afhankelijk van de procedure.

MRI is een beetje anders. In plaats van de traditionele MRI-machine wordt een apparaat gebruikt dat een MRI-tablet wordt genoemd. De verpleegster geeft de medicatie, en de patiënt gaat op de gewatteerde mat liggen. De hiel van het tablet, ongeveer zo groot als een rijstkorrel, wordt gedurende ongeveer 30 seconden tegen de borst van de patiënt gewreven. Deze informatie wordt vervolgens in een computer geïnterpreteerd, waarbij gebruik wordt gemaakt van radiologietechnologie. De resultaten van de scan zijn dan in een paar minuten klaar. Het aantal genomen beelden hangt af van de scan. Het hele proces duurt meestal ongeveer 30 minuten.

Lees meer:

Vitaliteit scan